[Column] Jerome Kuijken: Waarom de M100 meer is dan een lijst

De M100: sommige vakgenoten doen er een beetje ongemakkelijk over, maar ik vind het geweldig dat ik ervoor genomineerd word en in die lijst sta. En als ik vorige week zo om me heen keek was ik zeker niet de enige. Met opstaan en juichen was ik trouwens wel de enige. Maar dat kwam omdat mijn rentree in de lijst – na plaats 62 in 2022 en vorig jaar geen notering - echt een verrassing was. Ik ben er blij mee. En volgend jaar ben ik er weer bij.

Natuurlijk staat het veel cooler als het je niet boeit. “Reclameprijzen, waar zijn die nou op gebaseerd?” “Het is allemaal vriendjespolitiek.” “Ouwe jongens krentenbrood”. “Moet je betalen om mee te doen?” En: “Je zit zelf zeker in de jury?” Dat soort opmerkingen horen er ook bij. En ik snap het ook. Maar het gaat voorbij aan iets veel belangrijkers.

Vorige week hebben we Leo Bogers begraven. Leo was als een tweede vader. Toen mijn eigen vader in 2009 overleed, was Leo er voor mij. Mijn vader Erik en Leo werkten als creatief team bij Ogilvy en Cato Johnson en startten later samen reclamebureau BKCP. Leo’s mooiste werk vind ik Met Lijn Negen Naar De Haaien voor Artis. Dankzij mijn vader en Leo wist ik dat ik de reclame in wilde. Omdat ik graag in een creatieve omgeving wilde werken, maar vooral door hun vriendschap. Als er werd thuisgewerkt hingen er grote vellen papier met schetsen in de kamer en werd er veel gelachen. Mooi werk maken waar mensen over praten met collega’s die ook je vrienden zijn. Dat wilde ik ook.

Terug naar de M100. En waarom het mijn favoriete eindejaarsuitje is. Met oude bekenden terugkijken op het jaar. En nieuwe contacten toevoegen aan LinkedIn die volgend jaar misschien wel het verschil maken. Sommige mensen blijven, anderen zie je niet meer. Ik zag Bob. Die ken ik al bijna 20 jaar. Ik zag Benjamin. Die ook zoiets. En ik zat bij Anne. Die ken ik iets korter, maar die woont bij mij in de buurt. En Hatice, die ken ik niet lang maar het voelt alsof ik haar ook al jaren ken. En dan Reinier. Mijn rockstar-alter-ego. En Bart, Thijs, Hans, Yvette, John. En dat zijn nog maar de eersten die in me opkomen.

Je onderdeel voelen van een groep heeft iets magisch. De rest van het jaar ben je druk met uitzoeken wat je nou echt kunt met AI en voel je dat misschien niet zo. Daarom is het extra belangrijk dat we dit soort momenten koesteren. Dus laten we in vredesnaam vieren dat we een mooi vak hebben. Samenwerken en vrienden maken met leuke creatieve mensen is ook best wel cool. Dat is voor mij de kern van de M100.

En om Leo, mijn vader en alle oude vrienden van ons vak te eren, pleit ik voor een nieuwe lijst: de Eeuwige100.

Tot volgend jaar!

www.despeld-partners.nl

Vorige
Vorige

[Column] Jerome Kuijken: AI-ontwikkelingen die we niet moeten willen

Volgende
Volgende

[Column] Jerome Kuijken: Uit je bubbel, in een starterpack